HASSELT – De wilde kievitsbloem (Fritillaria meleagris) is een bolgewas uit de leliefamilie (Liliaceae). In april bloeien de kievitsbloemen en vind je de paarse klokken in de weilanden in de uiterwaarden. Diep rood-paars geblokte bloemen, bengelen als klokken aan de ijle stengels. Tussen de paarse bloemen bungelt een enkele witte bloem.
De botanische naam van de plant, Fritillaria, is afkomstig van fritillus, latijn voor dobbelbeker, vanwege de vierkante patronen op de bloembladeren. De Romeinse dobbelbeker had namelijk kleine ruitvormige openingen die hieraan deden denken. De Nederlandse naam dankt de gespikkelde paarse bloem aan de eieren van de kievit.
De geblokte bloemen komen nog maar op een paar plekken in Nederland voor waarvan het overgrote deel op de oeverlanden langs de Overijsselse Vecht en het Zwarte Water bij Zwolle en Hasselt. Ongeveer 95% van de Nederlandse kievitsbloemen staat hier. In het Zuid-Hollandse veenweidegebied is een tweede bolwerk te vinden. Nederland is de tweede grote groeiplaats in de wereld waarbij de Loire (Frankrijk) de grootste is. Oorspronkelijk komt de wilde kievitsbloem voor op klei-op-veengronden die in de winter onder water kwamen te staan. De kievitsbloem kan erg slecht tegen veranderingen in het grondwaterpeil en veel bemesting. Vandaar dat hij op de meeste plaatsen al lange tijd niet meer voorkomt.
De verspreiding van de wilde kievitsbloem gaat via de relatief grote zaden. Het zaad drijft over het water en verspreidt zich zo. Dit is ook de reden dat het belangrijk is dat het groeigebied jaarlijks of in ieder geval om de paar jaar overstroomt. De kievitsbloem doet er maar liefst acht jaren over om in bloei te komen. Dat maakt de plant ook kwetsbaar en is daarom een zeer zeldzame verschijning en wettelijk beschermd.